BUITENKERK

De R.K. O.L. Vrouwe- of Buitenkerk is een driebeukige hallenkerk, de kerk is ontstaan uit een kapel gewijd aan de Twaalf Apostelen. Aan het schip zal men in het laatste kwart van de 14de eeuw hebben doorgewerkt onder leiding van meester Rutger van Keulen waarvan de noordbeuk met noordportaal en traptoren omstreeks 1400 moeten zijn voltooid. De zuidbeuk zal gelijktijdig of kort daarop tot stand zijn gekomen. De toren verrees tussen circa 1453 en 1481 en was oorspronkelijk hoger dan die van de St.-Nicolaaskerk. De bakstenen onderbouw werd bekroond door een natuurstenen lantaarn met klokkenhuis. De lantaarn stortte in 1607 na verzakking van de toren naar beneden. Het herstel van de drie geledingen hoge torenromp kreeg zijn afronding in het midden van de jaren twintig van de 17de eeuw bij de westgevel van de noordbeuk is het herstelwerk eveneens duidelijk zichtbaar.  Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven, de portalen hebben stergewelven. Slanke zuilen scheiden de beuken. Er zijn gewelfschilderingen uit diverse perioden. Die in het noordportaal, de nevenabsiden van het koor en het koor zelf gaan mogelijk terug tot circa 1400. De gewelven van schip en transept zijn voornamelijk omstreeks 1650 beschilderd door Claes Bellekijn – in de noordelijke transeptarm zijn de initialen C.I.B. en het jaartal 1650 zichtbaar, het orgel werd in 1754 gebouwd door Albertus Anthoni Hinsz, de uit de R.K. kerk van Overveen afkomstige barokke preekstoel (1760) werd gesneden door I. Cressant met medewerking van J.P. Horstok.

 

GALERIE FOTOKAMPEN